Bij de grondverschuiving in Sri Lanka zijn mogelijk 150 mensen om het
leven gekomen. Dat zei de minister van Rampenbestrijding Mahinda Amaraweera
vandaag. Eerder was sprake van minstens 14 doden en circa 300 vermisten. Wegens
het slechte weer en het gevaar op nog meer grondverschuivingen is de zoekactie
voorlopig opgeschort, zei Amaraweera voorts.
Meer dan 100 huizen werden bij de
ramp van vanmorgen vernield. Zware regenval ging de grondverschuiving in het
dorp Koslanda, ongeveer 200 kilometer ten oosten van de hoofdstad Colombo,
vooraf.
Hoeveel dorpelingen in totaal
vermist zijn, is niet duidelijk. "In deze omgeving leven rond de 300
mensen, maar een 75-tal kinderen bevonden zich op school, andere mensen waren
aan de slag op de theeplantages", zei Amaraweera. Wegens de dreigende
nieuwe aardverschuivingen werden andere bewoners van het gebied naar veiligere
oorden gebracht. Ze worden momenteel geteld, aldus Amaraweera.
Ooggetuigen berichtten aan de
telefoon over de omvang van de aangerichte verwoestingen in het dorp. "De
huizen, tempel en winkels, die hier voordien stonden, zijn niet meer te zien.
Het is moeilijk voor te stellen, dat ook maar iemand dit heeft overleefd",
zei ambtenaar Ragunathan Sundaram. Volgens een militair woordvoerder nemen 500
soldaten deel aan de reddingswerken met bulldozers, graafmachines en militair
materiaal. De Sri Lankaanse president Mahinda Rajapaksa heeft bevolen meer
manschappen te sturen. In de regio heerst er al jaren een verhoogd risico op
grondverschuivingen, zei Sarath Lal Kumara, woordvoerder van de
rampenbestrijdingsdienst.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten